Begrippen Makelaardij die met een E beginnen - Nieuwetijdsmakelaar.nl

Begrippen Makelaardij die met een E beginnen.

e-Book Zó koop je een huis! 4

Economisch eigendom: Het hebben van de rechten op de economische voordelen van eigendom, terwijl de juridische titel bij een andere partij kan liggen.

Economische levensduur: De geschatte tijdsduur waarin een gebouw of installatie rendabel kan worden gebruikt.

Eenmanszaak: Een bedrijf dat eigendom is van en wordt geëxploiteerd door één persoon.

Eerste recht van koop: Het recht om een onroerende zaak te kopen voordat deze aan anderen wordt aangeboden.

Eeuwigdurende erfpacht: Een vorm van erfpacht waarbij het recht om het land te gebruiken voor onbepaalde tijd wordt gegeven.

Eigen vermogen: Het verschil tussen de waarde van een eigendom en de hoeveelheid schuld die erop rust.

Eigenaarsbelang: Het financiële belang dat een eigenaar heeft in een onroerende zaak.

Eigendomsbewijs: Een document dat de eigendom van onroerend goed bevestigt.

Eigendomsoverdracht: Het proces van het overdragen van de eigendom van een onroerende zaak van de ene persoon naar de andere.

Eigenwoningforfait: Een bedrag dat bij het inkomen wordt opgeteld als eigenaar van een eigen woning.

Einddatum: De datum waarop een contract of overeenkomst afloopt.

Eindinspectie: De laatste inspectie van een pand voordat het wordt verkocht of verhuurd.

Emissienormen: Wettelijke limieten voor de hoeveelheid vervuilende stoffen die een voertuig of industrieel proces kan uitstoten.

En bloc-clausule: Een clausule in een verzekeringsovereenkomst die het mogelijk maakt om een hele groep risico's in één keer te verzekeren.

Energie-index: Een maat voor de energie-efficiëntie van een gebouw.

Energieaudit: Een beoordeling van het energieverbruik van een gebouw om manieren te identificeren om energie-efficiëntie te verbeteren.

Energieklasse: Een classificatie die de energie-efficiëntie van een gebouw aangeeft.

Energielabel: Een label dat de energie-efficiëntie van een apparaat of gebouw aangeeft.

Energieprestatieadvies (EPA): Een adviesrapport dat aangeeft hoe de energie-efficiëntie van een gebouw kan worden verbeterd.

Energieprestatiecoëfficiënt (EPC): Een maat voor de energie-efficiëntie van een gebouw.

Enkel glas: Een raam dat bestaat uit één laag glas.

Erfdienstbaarheid: Een recht dat aan een grondeigenaar wordt verleend om het eigendom van een ander te gebruiken voor een specifiek doel.

Erfgrens: De fysieke grens die het eigendom van een persoon scheidt van dat van een ander.

Erfpacht: Het recht om het land van een ander te gebruiken voor een bepaalde periode.

Erfpachtcanon: De jaarlijkse betaling die een erfpachter aan de grondeigenaar verschuldigd is.

Erfpachter: De persoon die het recht heeft om het land van een ander te gebruiken op basis van een erfpachtovereenkomst.

Erfpachtrecht: Het recht om het land van een ander te gebruiken op basis van een erfpachtovereenkomst.

Erfpachtuitgifte: Het proces waarbij een grondeigenaar erfpacht verleent.

Erfpachtvoorwaarden: De specifieke voorwaarden waaronder erfpacht wordt verleend.

Erfstelling: Het proces van het nalaten van eigendommen aan iemand in een testament.

Erker: Een uitbouw aan een gebouw die extra ruimte en licht binnenlaat.

Erosie: Het proces waarbij grond wordt weggevoerd door wind of water.

Erosiebescherming: Maatregelen genomen om de erosie van land te voorkomen of te beperken.

Escrow-rekening: Een rekening waarop geld wordt bewaard totdat bepaalde voorwaarden van een overeenkomst zijn vervuld.

Estate planning: Het proces van het plannen van de overdracht van een persoon zijn eigendommen na zijn dood.

Etagewoning: Een woning die meer dan één verdieping beslaat.

Evaluatie: Het proces van het bepalen van de waarde van een onroerende zaak.

Exclusief makelaarscontract: Een overeenkomst waarbij één makelaar het exclusieve recht krijgt om een onroerend goed te verkopen.

Executiehypothecaire lening: Een lening die wordt verstrekt aan een persoon die een executieverkoop van een onroerend goed ondergaat.

Executieverkoop: De gedwongen verkoop van een onroerend goed om een schuld te vereffenen.

Executiewaarde: De geschatte opbrengst van een onroerend goed bij gedwongen verkoop.

Exit strategie: Een plan voor een investeerder om een investering te verlaten, meestal met winst.

Exoneratieclausule: Een clausule in een contract die een partij bevrijdt van bepaalde verantwoordelijkheden.

Expansie: De groei of uitbreiding van een bedrijf of vastgoedproject.

Expansieplannen: Plannen voor de groei of uitbreiding van een bedrijf of vastgoedproject.

Exploitatiekosten: De kosten die verband houden met het uitvoeren van een bedrijf of het onderhouden van een onroerend goed.

Exploitatievergunning: Een vergunning die door een overheidsinstantie wordt afgegeven en die iemand het recht geeft om een bepaalde bedrijfsactiviteit uit te voeren.

Externe waardebepaling: Een onafhankelijke beoordeling van de waarde van een onroerende zaak.

Extra kosten koper (EKK): Extra kosten bovenop de koopprijs van een huis, zoals notariskosten, overdrachtsbelasting en makelaarskosten.

Extrajudiciële kosten: Kosten die gemaakt worden buiten de rechtszaal om, bijvoorbeeld voor het innen van een schuld.

Bekijk: Alle artikelen

Reactie plaatsen